Eindhovens Dagblad,  Mijn Leven

Riooljournalistiek

Ik ben nu enkele maanden aan het werk en in die periode heb ik een beetje zelfvertrouwen opgedaan. Toen ik nog studeerde, wist ik nooit goed wat mijn niveau eigenlijk was. Voor mijn gevoel deed ik het altijd wel goed, maar dat was nooit ‘voor het echie’, nu is dat anders. Nu ik in dienst ben van het Eindhovens Dagblad, gaat het wel degelijk ergens om. Tot nu toe ging me dat goed af, dat bleek ook wel uit de reacties van mensen over wie ik schreef. Mijn werkzaamheden bestaan uit het volgen van al het nieuws uit Asten, Heusden en Ommel. Dat is mijn gebied en mocht je daar ooit iets van in de krant zien, dan is het waarschijnlijk van mij. Dit werk betekent dat je veel op pad bent, dat je je bronnen opzoekt in het dorp. Het betekent ook dat je je goed in moet lezen in de kwesties die er spelen. Ik ben nu een half jaar aan het werk en heb veel van mijn tijd gespendeerd aan lezen van stukken. Natuurlijk weet je als nieuwkomer niet meteen alles, maar als je goed bent voorbereid, dan lukt het wel om een goed verhaal te maken.

Voor mijn werk praat ik veel met mensen over bepaalde zaken die spelen. Soms zijn mensen heel positief over een gebeurtenis, het kan ook gebeuren dat mensen het ergens niet mee eens zijn. Uit de reacties die ik tot nu toe te horen kreeg, bleek dat ik mijn werk wel goed deed. Mensen vonden het vaak leuk geschreven stukken en ik schreef eigenlijk nooit dingen die niet waar zijn. Die feedback zorgde ervoor dat ik redelijk wat vertrouwen had in mijn functioneren als journalist.

Asten is een kleine gemeente waar iedereen elkaar kent. Dat maakt het werk wel eens lastig. Mensen weten alles van elkaar en weten ook veel beter wat er speelt dan dat ik dat weet. Ik probeer af en toe daar op te springen, maar ik denk echt dat ik maar 20% weet van wat er gebeurt. Heel veel wordt goed verborgen gehouden en wordt er onderling besproken. Het zijn van die moeilijke zaken waar je als nieuwkomer tegenaan loopt. Het ons kent ons is te sterk aanwezig om een verhaal volledig te leren kennen.

Zo ook bij het verhaal over de nieuwbouwplannen van een voorziening in het dorp. Op de plek waar nu een school staat, komt straks een multifunctionele voorziening die plaats biedt aan een school, een gemeenschapshuis en een zorgservicepunt. Het betekent dat het oude gemeenschapshuis aan de overkant van de straat moet verdwijnen. En alle verandering in een dorp is eng voor de bewoners. Mensen zijn zaken gewend en vinden het vaak moeilijk om te veranderen. Dat is overal zo en dat is in Heusden ook zo. Het verhaal van de bmv gaat al jaren, al ver voordat ik begon aan mijn baantje. Ik wist dat  een aantal mensen niet blij was met de nieuwbouwplannen, vooral omdat zij uit hun geliefde oude gebouw moesten vertrekken.

De bomvolle zaal tijdens de presentatie van de plannen bewees dat het onderwerp speelt in het dorp. Het leek wel alsof iedereen was uitgerukt om te luisteren naar de wethouder en architect. Ik observeerde de avond en de reacties van de Heusdenaren. Vaak waren die reacties, een enkeling was negatief. Ook tijdens de vragenronde spraken enkele mensen hun bezwaren uit. Zij waren het er niet mee eens en legden de vinger op enkele, in hun ogen,  zere plekken.

Het waren deze mannen die een inzamelingsactie voor handtekeningen tegen de nieuwbouwplannen waren gestart. Zij hadden mij vooraf een brief gestuurd met hun bezwaren en zij verzekerden mij ervan dat meer mensen zoals hen dachten. Ik hoorde het aan tijdens de presentatie en ik wilde graag meer over hun bezwaren horen. Het applaus in de zaal was niet erg aanwezig, maar het was er wel. Elk kant heeft meerdere verhalen en ik wilde ook wel eens hun verhaal aanhoren en ik zou de volgende dag even op bezoek komen.

In een uur lieten zij me zien dat het hele verhaal van de nieuwbouw niet klopte. Ze hadden cijfers en feiten waaruit zou moeten blijken dat het gemeenschapshuis slechts een renovatie nodig had. Zij wilden helemaal niet verhuizen. Ik hoorde hun aan, stelde enkele kritische vragen en schreef op wat ze te vertellen hadden. Hun reacties waren een heel ander geluid, anders dan wat de gemeente en architecten  lieten horen. Dat leek mij interessant genoeg om een stuk aan te wijden.

In een verhaal van 3 kolommen legde ik uit wat de nieuwbouwplannen waren en waarom zij daar tegen waren. Ik had geen mening, ik koos geen kant, maar liet wel hun geluid horen. Ik schreef dat er ook mensen waren die het niet eens waren met de plannen. Toen ik klaar was, was ik eigenlijk wel tevreden over het stuk. Ik had nog geprobeerd om contact te krijgen met de wethouder om een reactie te krijgen, maar dat liep helaas spaak. Het stuk kam zaterdag in de krant en het was dus een aantal dagen spannend wat het teweeg zou brengen. Ik wist namelijk wel dat een ‘hot issue’ is in het dorp, maar wist niet goed wat ik moest verwachten.

Toen ik dinsdags op het werk kwam, kreeg ik een briefje onder ogen. Er had een Heusdenaar gebeld en die was nogal geëmotioneerd over mijn stuk. Volgens hem was het slechts een mening van een enkeling en hij zou het betreuren als door mijn stuk de bmv niet door zou gaan. Mijn stuk had hem ertoe bewogen om tijdens de commissievergadering te praten namens de straat. Hij wilde aantonen dat de buurt het wel degelijk eens was met de bouw en dat de 100 handtekeningen van de bezwaarmakers nergens op waren gebaseerd. Een totaal anders beeld dan van de mannen met wie ik gesproken had, maar ook dit leefde dus. Ik hoorde hem aan en begreep zijn standpunten, net zoals ik die van de andere partij begreep. Dat is het fijne van buitenstaander, ik heb geen mening.

Tijdens de commssievergadering bleek inderdaad dat veel mensen wel die nieuwe bmv wilden hebben. Het verhaal was helder en duidelijk en interessant genoeg om een stuk aan te wijden. Ik had al afgesproken dat ik er wat aandacht aan zou schenken in de krant omdat deze kant gewoon ook belangrijk was. Er was voor mij dan ook helemaal geen reden om te denken dat ik mijn werk niet goed had gedaan.

En toen was het pauze. In de pauze loopt iedereen door de raadszaal begint te praten met elkaar. Ik stond wat met mijn telefoon te spelen toen er twee mannen naast mijn oerstafel kwamen te staan. Geen idee of het toeval was of niet, ze stonden vlak naast me. Het onderwerp was natuurlijk de bmv en dat het ding er snel moet komen. Ze spraken vol lof over de plannen en de spreker toen het verhaal plotseling draaide. Het was toch niet normaal wat er in het ED had gestaan? Alsof die bezwaren voor heel Heusden golden! Ik mengde me in de discussie omdat ik vond dat ik mijn stuk moest verdedigen. Een van de twee heren wist dat ik van het ED was, de ander niet. Diegene die het wel wist draaide zich naar me toe en vertelde me dat mijn stuk niet klopte. Weer- en wederhoor, had ik daar ooit van gehoord? “Je verlaagt je tot riooljournalistiek”, sprak hij legendarisch. Ik stond eventjes met mijn mond vol tanden. Riooljournalistiek? Werd ik hier eventjes op mijn plaats gezet door hem? Ik begon wat te stamelen, liep rood aan en wist even niet goed wat ik moest zeggen. De voorzitter riep dat de pauze voorbij was en dat was mijn redding.

Ik plofte neer in mijn stoel, verbouwereerd keek ik een beetje rond. Ik dacht na over zijn woorden. Riooljournalistiek. Dat is een woord voor iemand die met modder gooit, die niet de waarheid schrijft, die gaat zitten wroeten in het privéleven van iemand en mensen schade toe kan brengen. Ik, die dacht dat hij goed werk deed, werd even hardhandig op zijn plek gezet. Het greep me eigenlijk wel aan, ik denk dat ik een half uur perplex zat. Ik smste mijn vriendin om het even van me af te schrijven, ik wist gewoon even niet wat ik moest doen. Van de vergadering heb ik verder weinig meer meegekregen. Ik was een riooljournalist.

Het stuk tekst dat de volgende dag in de krant stond, beschreef de andere kant van het verhaal. Ik had er nu dus twee verhalen over geschreven, twee keer van een andere kant. Volgens mij is dat een keurig staaltje hoor- en wederhoor. Ik besprak het met mijn collega’s en zij zeiden dat ik het me niet zo moest aantrekken. Elk verhaal heeft meerdere kanten en iedereen heeft zijn eigen belangen. Ik kon er maar beter trots op zijn dat ik mensen wist te raken met mijn stukken. Het werd gewoon erg duidelijk dat een stuk tekst gewoon heel erg veel invloed kan hebben. Eigenlijk ben ik daar wel trots op, dat ik die mogelijkheden heb. Het brengt een grote verantwoordelijkheid met zich mee, maar het voelt ergens wel fijn. Mijn werk heeft gewoon een grote invloed op een groot publiek. Is het dan erg om een journalist te zijn? Nee. Een riooljournalist dan? Nee zelfs dat niet. Zolang het maar betekent dat ik diepgravend werk doe, daar waar stront aan de knikker is, kan ik ze een poepie laten ruiken.

Letters. Woorden. Zinnen. Alinea's. Verhalen. Schrijven is echt mijn ding. Ik vertel in mijn verhalen wat ik dagelijks meemaak of wat er in mijn hoofd speelt. Soms leuk, soms ontroerend, altijd persoonlijk. Ik neem je graag mee in mijn leven...

Reageren?

%d bloggers liken dit: