Ode aan het kassameisje
Een belangrijk onderdeel van mijn dag is het beslissen wat ik ’s avonds voor mezelf ga koken. Een dagelijkse tocht naar de supermarkt is daardoor onvermijdelijk omdat ik iedere dag wel ergens anders zin in heb. Niet eenmaal per week naar de supermarkt, want daar is boodschappen doen veel te leuk voor. En iedere keer als ik in de winkel loop of rondrijd met mijn karretje, kijk ik mijn ogen uit. Niet dat ik helemaal wild word van al het eten dat voorradig is, of dat mijn bloed sneller gaat stromen van de verschillende soorten tandpasta. Nee, ik kijk graag naar mensen en in de supermarkt kom je ze in elke soort en maat tegen.
Op weg naar huis vanuit het werk heb ik de keuze uit een aantal supermarkten om daar mijn dagelijkse boodschappen te doen. Ik kies de laatste tijd vaker voor een supermarkt die wat meer in een volkswijk ligt. Of ja, voor Eindhovense begrippen is dat overigens niet heel erg bijzonder. Maar toch, een wijk waar de mensen wat rauwer zijn en het meest verkochte bier het blikje van een halve liter is, waar gewoon ‘bier’ op staat. Waar de pakken wijn meer worden verkocht dan de flessen wijn. En waar de winkelwagens eerst worden volgegooid met artikelen die zijn afgeprijsd, voordat er gekeken wordt wat er nu eigenlijk is afgeprijsd. Volk waar je uren naar kunt kijken en jezelf door blijft verwonderen.
Kopje koffie
Ik loop dan vaak rustig door de gangen terwijl ik mijn boodschappen bij elkaar zoek, terwijl ik kijk wat anderen zeggen, pakken, aan hebben of doen. Een van de meest bijzondere zaken vind ik het gratis kopje koffie dat wordt geschonken. Ik kan eerlijk zeggen dat het nog nooit in me is opgekomen om gebruik te maken van dat aanbod. Het is niet praktisch om rond te lopen met een kopje koffie in één hand en met je andere hand de kar te duwen of een mandje vast te hebben. Hoe pak je dan nog ooit een product vast? Daarnaast ben ik ook niet zo’n fan van bekers of lepeltjes waar iedereen met zijn tengels aan zit. Een lichte vorm van smetvrees, zullen we maar zeggen.
De essentie is me overigens wel duidelijk hoor. Ik snap dat supermarkteigenaren mensen langer in de winkel willen hebben, zodat ze meer spullen in hun kar kunnen laden. De mensen die profiteren van de gratis koffie wil je echter vaak niet eens langer in de winkel hebben. In de supermarkt vlakbij mijn huis is de gratis koffie zelfs afgeschaft omdat junks de hele winter dagenlang door de winkel struinden om toch wat warms binnen te krijgen. Het volk in de supermarkt waar ik het nu over heb, valt niet in de categorie junks, maar het zijn meestal niet de meest frisse mensen. Want ja, waarom een gratis kopje van iets van wat de smaak van koffie heeft als je thuis ook kunt genieten van een kopje uit een normaal apparaat. Met echte koffie enzo. Met smaak. Zonder de bacteriën van vluchtige supermarktbezoekers. Dan moet er wel iets bijzonders aan de hand zijn, denk ik dan.
Vieze vingers
Laatst liep ik weer langs het koffieapparaat in de desbetreffende supermarkt en daar pakte net iemand zijn bekertje vast terwijl hij luidruchtig aan de telefoon was. Aan zijn tenue te zien had hij net het betere schoffelwerk uitgevoerd en als ik het niet kon zien aan zijn outfit, dan had ik het wel aan zijn besmeurde vingers gezien. Dat hij hard had gewerkt, was overigens ook duidelijk te ruiken toen ik langs liep. Zo iemand gun ik echt een gratis kopje koffie hoor, dit is geen waardeoordeel. De beste man heeft er hard voor gewerkt en misschien heeft hij thuis geen apparaat. Ik oordeel niet, ik loop gewoon langs hem af en ik ben verwonderd. Vragen schieten door me heen. Waarom praat hij zo hard aan de telefoon? Waarom kiest hij ervoor om koffie te drinken in een supermarkt? Hoe zou zijn huis eruit zien als hij hier zo’n kopje pakt? En zou zijn vrouw thuis op hem wachten terwijl hij stiekem geniet van dat kopje omdat hij de slappe koffie van zijn vrouw eigenlijk al jaren spuugzat is? Het is op zo’n moment maar beter dat ik door loop, anders kom ik er zelf niet meer uit.
Even langs de groentes, langs het vlees en dan door naar de kassa’s. En dan begint eigenlijk het leukste gedeelte van het boodschappen doen. Qua rijen maakt het me eigenlijk niet uit waar ik sta. Want of je nu in een drukke of minder drukke rij staat, dat scheelt echt geen tien minuten. Ik vind het dan ook altijd bizar om te zien hoe mensen gaan dringen als er een kassa extra wordt geopend. Als een gevangen vis die wordt vrijgelaten in open water schieten de rustelozen naar de nieuwe kassa. Trots kijkend als ze de rest te slim en te snel af zijn geweest. Chapeau. Je hebt zojuist drie minuten gewonnen maar door de stress en adrenaline gaat je hart een jaar minder lang mee. Je kunt je maar ergens druk om maken.
Bejaarden
De grootste fout die ik trouwens zelf steeds maak, is het aansluiten achter bejaarden. Ook al bestaat de rij uit een bejaarde en heeft de rest van de kassa’s volle boodschappenwagens, ga niet achter de bejaarde staan. Pincodes worden vergeten, bedragen worden tot op de cent uitgerekend en prullaria worden gespaard. Je bent altijd langer bezig als je achter een bejaarde staat. Of achter iemand die geen Nederlands spreekt. Laatst stond ik achter een bejaarde met een hoofddoek op, dan is het helemaal feest.
Er loopt dus wat rond in zo’n supermarkt en er is maar een persoon die er allemaal mee te maken krijgt: het kassameisje. Uren lang mag zij boodschappen van anderen over de toonbank halen waarna een vluchtig bliepje klinkt. Uren lang bliepjes. Uren lang bejaarden die het niet goed meer snappen. Uren lang buitenlandse mannen die een magnetronmaaltijd en blikken bier afrekenen. Uren lang asocialen die denken dat ze voorrang hebben. Uren lang dezelfde grappen, hetzelfde geklaag over het weer en telkens weer zeggen dat mensen hun eigen groentes moeten afwegen. Ik zou er hoorndol van worden, maar het kassameisje niet. Het kassameisje doorstaat alles met een glimlach. En dat vind ik knap.
Fan
Ik kom dus regelmatig in dezelfde supermarkt en ik heb het vermoeden, of de hoop, dat ze me tegenwoordig herkennen. Dat die glimlach voor mij is bedoeld en alleen voor mij. Ik weet best dat ze tegen elke klant aardig zijn, maar ergens diep van binnen hoop dat ik dat ze net wat aardiger tegen mij zijn. Ze blijven rustig en vriendelijk bij de bejaarden. Ze blijven rustig en vriendelijk terwijl scootertuig met bontkraagjes zonder wat te zeggen 10 euro op de band gooit om een blikje red bull te kopen. Ze blijven rustig en vriendelijk terwijl ik met mijn ingrediënten voor mijn feestmaal voor ze sta. Ik nodig ze niet uit om te komen genieten van dat feestmaal, ik schrijf niet mijn telefoonnummer op het bonnetje van de emballage en meer dan ‘zou ik dat even mogen pinnen?’ komt er niet uit bij me. En toch blijven ze rustig en vriendelijk. Met een glimlach En dat waardeer ik, iedere dag weer. Wat een glimlach toch al niet kan doen. Ik ben fan van kassameisjes.
Michiel
Letters. Woorden. Zinnen. Alinea's. Verhalen. Schrijven is echt mijn ding. Ik vertel in mijn verhalen wat ik dagelijks meemaak of wat er in mijn hoofd speelt. Soms leuk, soms ontroerend, altijd persoonlijk. Ik neem je graag mee in mijn leven...