De Zullers en de Zijners
Het crematorium in Heeze, de plek waar je zo min mogelijk wil zijn, maar waar je zo veel herinneringen bij hebt. Voor de mensen die het niet kennen: Een lange weg door het pittoreske boerendorp Heeze, dan enkele honderden meters door bosrijk gebied, totdat je bij een rustig ogend gebouw arriveert. Ik ben na anderhalf jaar terug op de plek van het lichamelijke afscheid. Ditmaal ben ik er om de dienst van de vader van een vriend bij te wonen.
De ontvangsthal is sober, condoleanceregisters liggen aan de zijkant. Mijn naam in een boek, dat verraadt mijn aanwezigheid. Ik wil er namelijk helemaal niet zijn, maar ben toch maar gekomen. De heenweg was ongemakkelijk. Vooral de vraag hoe ik me moet voelen of gedragen blijft onbeantwoord rondspoken in mijn hoofd. En daar kan ik niet goed tegen, onzekerheid. De weg is lang en de twijfels nemen toe. Is het wel verstandig om te gaan? Heb ik genoeg snotterdoekjes bij me? Wat moet ik doen bij overweldigend verdriet als ik terugdenk aan anderhalf jaar geleden? Ik stel me in op het beste: ik ben er voor er voor die vriend van me, niet voor mezelf.
De eerste paar minuten zijn verschrikkelijk. Je staat er maar te wachten, je durft niet te praten. Een grote ruimte met andere belangstellenden. Praten schijnt ongepast te zijn. Je kijkt elkaar bemoedigend aan, je zoekt troost in blikken van anderen. Een schouderklopje, een stevige hand of een knuffel. Het leed dat heerst wordt gedeeld. Ik zie droevige mensen die het moeilijk hebben met het verlies, ik zie mensen die rustig staan te wachten om binnen te mogen en ik zie mensen glimlachen met elkaar. Humor is leedverlichtend, het plaatst alles in een perspectief en is daarom nodig op zo’n moment.
Ik weet mezelf geen houding te geven. Ik sta daar maar en kijk om me heen. Duizend gedachtes schieten door mijn hoofd, de zin om te praten is er niet. “Ja, daar op die plek stond ik toen.” “Mijn auto hadden we daar staan.” “Aan welke kant moeten we eigenlijk naar binnen?” Het is gek, maar na anderhalf jaar ben je eigenlijk al best veel vergeten over de precieze details van het gebouw. De simpele reden is natuurlijk dat je op zulke momenten helemaal niet let op randzaken. Nu kon ik het allemaal meer van een afstand bekijken en viel het gebouw me eigenlijk een beetje tegen. De deuren gaan open en de mensen stappen rustig naar binnen. Het is enorm druk, niet iedereen kan een plaatsje krijgen. Kom je speciaal voor een dienst en dan moet je ook nog eens buiten in de hal plaatsnemen. Een ongelukkig gevolg van een gelukkige reden, Jan is en blijft erg populair.
Ik neem een anoniem plaatsje aan de zijkant in, verscholen tussen de rest
van de mensen. Met mijn ogen probeer ik mijn vriend te zoeken om te laten zien dat ik er wel ben. Ik zie hoe moeilijk hij het heeft, zijn vriendin zit troostend op dezelfde bank als waar ik toen zat. Herinneringen aan toen, de sprekers van toen, mijn eigen verhaal toen. Maar nu ben ik er niet voor mezelf, die gedachtes springen wel in mijn hoofd, maar ik doe er verder niets mee. Ik onderga de dienst, ik luister naar de verhalen en ik kijk naar de mensen. Ik vind het mooi, bevredigend, geruststellend en een gevoel van warmte gaat door mijn lijf.
Eigenlijk is het helemaal niet zo moeilijk om aanwezig te zijn. De herinneringen aan toen doen geen pijn, ze voelen juist goed. Voor heel even kon ik weer inleven hoe het toen was, het kwam heel erg dichtbij. Ik wilde graag dat gevoel hebben, ik wilde mezelf confronteren om te zien hoe het zou zijn. Ik ben niet sadomasochistisch, maar met dit verdriet wil ik mezelf nog heel lang pijnigen. Het gevoel dat overblijft na de dienst is een fijn gevoel. Ik leef mee met het verdriet van de nabestaanden, maar de dienst is een mooie afsluiting van een vervelende periode. Ik heb rust gevonden in de mooie verhalen en ik hoop dat de familie dat ook kan.
De retorische vraag van de dag die me vaak werd gesteld: Het zal voor jou ook niet makkelijk zijn geweest? De retoriek klopt echter niet. Het is wel makkelijk, het is juist fijn. Natuurlijk raakte ik ook geroerd over wat ik zag en hoorde. We namen afscheid van een bijzonder iemand. Ik kwam er de laatste jaren niet meer zo vaak, maar ik weet wel wie hij was en wat voor gezin hij achterlaat. Ik liet een traan bij mooie liedjes en er is een verhaal dat me echt raakte in mijn hart. Natuurlijk was alles mooi en klopte het precies, maar bij een voordracht viel een persoonlijke puzzel op zijn plaats.
Volgens de spreker is er een verschil tussen Zullers en Zijners. De Zullers willen altijd in de toekomst kijken, zonder stil te staan bij het nu. “Wat zullen we eten?”, “Wat zullen we doen?”, “Wat zal ik later worden?” De Zijners daarentegen staan juist stil bij het nu, genieten van het moment en zien wel wat er verder zal gebeuren. “Ik ben gelukkig”, “ik ben lekker aan het eten”, “ik ben aan het genieten”.
Ik loop al maanden rond in mijn hoofd met het verschil tussen type mensen en hun levensopvatting. Ik merk bij mezelf dat ik het heel belangrijk vind om te leven in het nu, geen kortetermijnvisie, maar genieten van wat je nu hebt. Ik ben een Zijner. Het draait allemaal om je dagelijkse waardering van zaken, wat er later komt is wel belangrijk, maar zal altijd op de tweede plek komen. Mensen in mijn omgeving zijn juist niet zo en willen het liefst alles plannen en in de toekomst goed geregeld hebben. Dat is natuurlijk niet verkeerd, maar het is anders dan dat ik ben.
Ik kon dat alleen niet in woorden omschrijven, ik kon het verschil niet typeren. Totdat ik het verhaal op de crematie hoorde en de woorden uit zijn mond dekten precies de lading van de woorden uit mijn hoofd. Een perfect samenspel, ook al kenden we elkaar niet.
Het leven gebeurt vandaag, er is geen zekerheid over morgen. Je moet genieten van vandaag, maar ook durven dromen over de toekomst. Dat je graag stil wil staan bij vandaag, wil helemaal niet zeggen dat je geen visie hebt. Ik heb mijn dromen, mijn doelen en ik wil zeker iets bereiken. Maar dat probeer ik wel te doen terwijl ik me nu goed voel. Ik zal bereiken wat ik voor ogen heb, ik zal slagen, maar dat doe ik terwijl ik nu gelukkig ben.
Michiel
Letters. Woorden. Zinnen. Alinea's. Verhalen. Schrijven is echt mijn ding. Ik vertel in mijn verhalen wat ik dagelijks meemaak of wat er in mijn hoofd speelt. Soms leuk, soms ontroerend, altijd persoonlijk. Ik neem je graag mee in mijn leven...
Eén reactie
De Greef
Ben er helemaal stil van…Heb met tranen in mijn ogen zitten lezen.
Ik vond het erg fijn dat je er toch was
ondanks Carla.
Tijdens de dienst kan ik me niet herinneren dat ik iemand heb gezien, maar toen ik jou rechts in de hoek zag staan, was dat op dat moment het belangrijkste.
Het geeft een goed gevoel om te lezen hoe je ermee omgaat.
Moet er niet aan denken, maar ook ik zal waarschijnlijk terugkomen in dat crematotium (eerst op bezoek natuurlijk)
Ik hoop dat ik er dan net zo goed mee om kan gaan als jij.
Ik hoop het echt….
Tot snel.
Michiel