Mama

De Drieëntwintigste

Ik heb al eventjes niets meer geschreven en dat heeft een aantal redenen. Op dit moment loop ik stage bij het Eindhovens Dagblad en dat neemt gewoon erg veel tijd in beslag. Ik ben constant bezig met activiteiten, waardoor ik minder aandacht kan vestigen op mijn toestand van nu. Ik moet gewoon door met mijn leven en dat zorgt er voor dat ik wat minder tijd heb om bij dingen stil te staan. Of dat goed is, is een andere vraag. Een andere reden is dat mijn niet-schrijven ook wel typisch is voor mijn gevoel nu. Ik hoef niet meer zo nodig te schrijven, ik heb geen opgekropte gevoelens op dit moment die er uit moeten en ik heb gewoon een berusting en acceptatie gevonden in de huidige situatie. We zijn nu drie maanden verder en voor mijn gevoel ben ik er klaar mee.

Voor mijn gevoel heb ik alles gezegd en geschreven wat er in me omgaat. Dit heeft iedereen uitgebreid kunnen lezen in mijn eerdere verhalen. Ik denk dat het schrijven een positieve invloed op mij heeft gehad, zoveel kan ik wel zeggen na (pas) drie maanden. Ik noemde het net acceptatie en berusting, zo voelt het ook: alsof ik er bijna helemaal klaar mee ben. Hoe langer na de daadwerkelijke gebeurtenis, hoe minder het je nog bezig houdt. Dat is de normale gang van zaken, heb ik van horen zeggen. Is dat bij mij ook zo? Ja, ik ben er inderdaad veel minder mee bezig dan in het begin. Maar ook dit heeft een keerzijde in dit verhaal.

Zoals jullie misschien wel al weten is mijn moeder overleden op 23 december 2007. Het is een dag die gemakkelijk te onthouden is, want (toeval?) op de drieëntwintigste van januari in 2007 werd het officieel met mijn meisje. De drieëntwintigste is voor mij dan tegenwoordig ook een dag van uitersten. Een dag van blijdschap en een dag van verdriet en ik schipper steeds tussen de twee uitersten.

Om dit wat duidelijker te maken, gaan we even een maandje terug. Ik had op 23 februari een vreemd moment. Ik wilde namelijk iets plannen op een normale zaterdag, ik werd er daarna aan herinnerd dat dit een drieëntwintigste dag was. Ik schrok toen van mijn eigen reactie. Ik had hier namelijk helemaal niet meer bij stil gestaan. Ik had er geen rekening mee gehouden dat er alweer een maand voorbij was en ik wist niet goed hoe ik me daardoor moest voelen. Moest ik me schuldig voelen omdat ik er niet meer aan dacht? Of was dit juist positief omdat dit een teken was dat ik verder ben gegaan met leven.

Mijn eerste reactie was schuldigheid. Ik had niet meer precies bijgehouden hoe lang het was geleden en ik nam dit op als een vorm desinteresse. Net alsof ik het niet meer belangrijk vond en dat er tegenwoordig belangrijke zaken waren dan stil te staan bij het treurige van die dag. Dacht ik nog wel genoeg aan haar? Was ik haar aan het vergeten? Wilde ik het zo snel mogelijk vergeten? Het zijn allemaal vragen die toen door mijn hoofd spookten. Mijn moeder vergeten is namelijk het allerlaatste wat ik wil en ik trok me dit ontzettend aan.

Maar zoals ik net al beschreef, ook hier zit weer een andere kant aan. Niet lang daarna begon ik namelijk te beseffen dat het allemaal niet zo erg is dat ik er niet meer continu mee bezig ben. Het is nergens voor nodig om te allen tijde stil te staan bij de dood, terwijl het leven zoiets moois kan zijn. Ik ben bezig met mijn stage en dat neemt enorm veel tijd in beslag. Hoe moeilijk dat ook was in het begin, het is wel iets dat ik met beide handen heb aangegrepen. Ik vind het echt erg leuk om te doen en ik ga er ook voor de volle honderd procent voor. Ik vind het eigenlijk wel knap dat ik op deze manier leef nu. Het is slechts drie maanden geleden en voor een groot gedeelte heb ik mijn leven alweer op orde (voor zover dat kan natuurlijk). Deze manier van leven is voor mij nu de beste uitkomst en ik hoef me dan ook niet te schamen of me schuldig te voelen dat ik zo bezig ben.

Maar van de andere kant, ook hier zit weer een nare bijsmaak aan. Ik sta dagelijks in de krant met mijn naam, met iets waarvoor ik aan het leren ben. Ik had graag willen zien dat mijn moeder dit nog mee kon maken. Mijn studietijd is niet soepel verlopen en ik doe nu eindelijk iets wat zijn vruchten afwerpt. Alleen is mijn moeder, die me bijna altijd gesteund heeft, er niet meer om daar bij te zijn. En als ik daar aan denk dan word ik daar verdrietig van en doet dat pijn. Alles wat ik in de toekomst zal bereiken, zal niet meer in haar aanwezigheid zijn. Zij zal er geen mening meer over hebben en ze zal niet meer van kunnen genieten. Nu schrijf ik nog maar gewone simpele stukjes in de krant, maar wie weet hoe dat over tien jaar zal zijn.

Ik was laatst voor mijn werk in een zorgcentrum, vol met oude mensen. Terwijl ik daar aan het werk was en genoot van de gesprekken en de verhalen van mensen, drong het ook tot me door dat mijn moeder nooit in zo’n centrum zal zitten. Hier zit nu juist de boodschap in van dit verhaal. Ik ben steeds bezig met leven, maar af en toe heb ik momenten van bezinning waarin ik besef dat het allemaal anders is. Ik voel me stabiel op dit moment, maar af en toe heb ik een terugval. Ik heb geen controle over mijn gevoelens en dat blijft lastig. Ik kan er niet tegen als ik niet zelf kan bepalen wat ik wil of voel en op momenten dat het slechter gaat met mij, verlang ik nog meer terug naar die controle. Het is een rare cirkel waarin ik me dan bevind: Over het algemeen gaat het goed, totdat ik een terugval heb. Dan voel ik me echt niet fijn en dat wil ik dan weer terug op juiste niveau brengen. Maar omdat ik daar geen controle over heb, ga ik me daar weer kutter over voelen.

Tijdens die terugvallen besef ik pas echt hoe kut het eigenlijk allemaal is, ook al gaan we toch gewoon door. Ik ben heel de dag door met leven en dan is er niets aan de hand. Maar als ik alleen thuiskom in een eenzaam huis dan denk ik meteen terug aan de dagen dat ze doodziek in bed lag, of niet meer mobiel in de kamer zat. Maar op die dagen was ze er tenminste nog. Ik ben altijd goed geweest in mijn eentje, maar nu doet de stilte om me heen mij ontzettend veel pijn.

Morgen is het weer een nieuwe drieëntwintigste. Het is Eerste Paasdag en dat zou een feest moeten zijn, een moment waarop je lekker met je gezin gaat eten of ergens naartoe gaat. Maar het is ook een dag waarop we vieren dat mijn vriendin en ik weer een maand verder zijn in ons gezamenlijke leven. Ik vraag me echt af hoe lang dit dubbele gevoel nog gaat duren. Ik denk dat de drieëntwintigste nooit van het negatieve gevoel af zal komen, hoe mooi het samenzijn met mijn meisje ook is. En op zich is dat ook wel weer positief, want ik ga uit van de verjaardag van mijn relatie in plaats van de verjaardag van mijn afscheid. Het samenzijn moet belangrijker blijven dan het vertrek. Zolang ik nog op deze manier blijf denken, denk ik dat ik wel op de goede weg zit.

Letters. Woorden. Zinnen. Alinea's. Verhalen. Schrijven is echt mijn ding. Ik vertel in mijn verhalen wat ik dagelijks meemaak of wat er in mijn hoofd speelt. Soms leuk, soms ontroerend, altijd persoonlijk. Ik neem je graag mee in mijn leven...

Reageren?

%d bloggers liken dit: