Column 15: Strijd, Inzet en Winnen
(20 November 2004)
strijd (de ~ (m.), ~en)
1 gevecht tussen twee of meerdere personen of met zichzelf tijdens een conflict of een wedstrijd
in•zet (de ~ (m.))
1 inspanning, aanwending van beschikbare krachten
2 kleine afbeelding in een grotere tekening of foto
3 inleg bij een spel
4 belang dat op het spel staat
5 eerste bod dat gevraagd of gedaan wordt bij een openbare veiling
6 [sport] schot of kopbal op doel
7 [muz.] begin van zingen of spelen
win•nen (ov.ww.)
1 overwinnaar worden in een spel, wedstrijd e.d. => de /overwinning/zege/ behalen; < => verliezen
2 vergeleken bij iets of iem. vorderen
3 winst maken, uitsparen
4 door inspanning verkrijgen
5 tot gebruik of voordeel verkrijgen => verwerven
Volgens mij is het voor sommigen wel handig om nog eens goed te kijken naar deze 3 woorden. Week in, week uit, bewijst men dat zij niet weten wat het betekent en dat zij daardoor weer zonder de nodige drie punten van het veld stappen. Ik heb een tijd lang deze malaise aangekeken en heb er niets van gezegd. Er werd mij verteld dat ik teveel commentaar had en dat niemand zat te wachten op zulke columns. Maar nu is de tijd gekomen om mijn mond weer open te trekken. We hebben afgelopen weekend ons dieptepunt bereikt. We staan laatste in de competitie en voor mij is wederom de maat vol. Ik kan niet leven met een positionering aan de onderkant van de lijst. Het doet mij pijn om te zien dat elk team in de competitie meer punten heeft vergaard dan ons. Ik ben het beu om elke zondag thuis te komen met een wrang gevoel omdat er weer een overwinning door de handen is geglipt.
Vandaar dus nu weer dit stukje tekst. Ik weet niet of er meer mensen het met mij eens zijn dat het zo echt niet langer door kan. Na een goede periode met winst tegen het 10e en tegen RPC zijn we helaas weer hard door de mand gevallen. Hoe kan het nou dat ieder team zegt dat wij goed kunnen voetballen maar dat we elke week weer met lege handen komen te staan. Als ik elke wedstrijd van ons bekijk dan kan ik me eigenlijk maar 1 vraag stellen: Willen wij wel voetballen?
Elke week staat iedereen weer paraat om een wedstrijd te voetballen. Men is boos als ze er weer eens niet in de basisopstelling staan of wanneer zij voortijdig de kleedkamer op moeten zoeken. Hieruit zou toch moeten blijken dat iedereen graag 90 minuten lang tegen de bal trapt. Maar die zin om te voetballen lijkt totaal weg te zijn wanneer de scheids fluit voor het beginsignaal van de wedstrijd. Mensen willen de bal niet meer hebben, mensen geven aan dat ze moe zijn, mensen tonen geen inzet en het kan niemand iets schelen als we weer een doelpunt tegen krijgen. En daar heb ik eerlijk gezegd genoeg van. Ook al kun je niet goed voetballen en gaat er wel eens wat mis, het minste wat je kunt doen is inzet tonen. Dat is al vaak genoeg gezegd, maar niemand lijkt dat te snappen. Er is vorig jaar ooit gezegd dat je geen commentaar op elkaar mocht hebben tijdens de wedstrijd. Het lijkt wel alsof iedereen door die opmerking over alles zijn mond houdt. Er wordt in het veld weinig naar elkaar gecoacht, er wordt niet aangegeven wanneer er iets fout gaat en mensen laten niet meer weten wanneer ze vrij staan zodat ze bal kunnen ontvangen.
Ik hou het in het algemeen maar het lijkt gewoon zo alsof iedereen bang is om de bal te krijgen. Niemand wil de bal hebben en als ze hem per ongeluk toch toegespeeld krijgen dan is het óf balverlies óf men ramt de bal zo hard mogelijk naar voren. Op die manier is het niet gek dat we elke wedstrijd verliezen. Een oude wijsheid is dat je zelf pas kunt scoren als je in balbezit bent. Maar wij zijn ten eerste nooit in balbezit, en ten tweede hebben wij de bal nooit zo lang in bezit dat we echt een gevaarlijke situatie kunnen creëren voor de goal van de tegenstander. Maar in het voetbal draait het toch echt om balbezit. We zijn geen Italiaans team met een levensgevaarlijke spits die maar 1 kans nodig hebben en dan met 1-0 winnen. Wij hebben minimaal 4 kansen per wedstrijd nodig om 1 keer te kunnen scoren. En kansen creëer je pas als je balbezit hebt, da’s logisch. Wat is er nou mooier om die bal aangespeeld te krijgen? Je kijkt om je heen of je vrij staat, je neemt de bal aan, je draait naar de open kant, je kijkt op of er nog iemand vrij staat, je ziet waar je tegenstanders staan, je probeert iemand simpel in te spelen, gaat dat niet dan ga je met een vloeiende beweging je tegenstander passeren en op zoek naar de vrije ruimte. Er is niets mooier in het voetbal dan een mooi opgezette combinatie waarbij je elkaar vrij speelt zodat je de bal naar voren kunt bewegen om over te gaan tot een aanval. De bedoeling van aanvallen is om uiteindelijk de bal in het doelletje te krijgen. Onderweg krijg je te maken met allerlei obstakels en moeilijkheden. Maar uiteindelijk komt er altijd wel een geniaal moment waarbij je een kans maakt om die bal in het netje te deponeren. Wie er scoort is niet belangrijk, de beslissende en splijtende pass kan net zo belangrijk zijn. Een slimme steekpass die door de verdediging van de tegenstander boort waardoor de aanvaller vrij voor het doel komt te staan om te kunnen scoren, getuigt van ware klasse. En die klasse hebben sommigen van ons zeker wel in hen. Maar het is maar de vraag of die personen op dat moment op die plaats staan om die pass te kunnen geven en het is nog belangrijker dat zij daarvoor de bal krijgen aangespeeld. Maar om zover te komen zijn er enkele belangrijke zaken aan vooraf gegaan. Niet iedereen in ons team kan zo´n pass geven, en dat is geen negatieve kritiek maar elke team heeft een paar spelers die het spelletje zien en dan ook die pass kunnen geven. Zelfs in ons team lopen van die spelers rond. Maar wat van belang is voor die spelers is dat zij zo goed mogelijk ondersteund worden. Als je eerst een krappe 80 meter moet rennen en dan vervolgens die perfecte pass moet geven, dan is te verwachten dat de bal niet op de juiste plaats komt. Daarom moet de rest van het team zorgen dat hij die bal krijgt als hij al op de juiste plaats staat. Daarbij moet je weer twee zaken onderscheiden.
Ten eerste kan het zo zijn dat de tegenstander in balbezit is. Ik mis de inzet die nodig is om elkaars fouten te kunnen herstellen. Laat er per ongeluk iemand zijn man lopen waardoor deze in een gevaarlijke situatie vrij komt, dan mis ik dat sommige mensen die fouten opvangen. Lopen voor elkaar is van extreem belang om één geheel te vormen. Ook al is het niet je eigen man dan kun je nog je best doen om hem te beletten om de bal in ontvangst te nemen. Ben je dan eindelijk in belbezit dan komt de tweede belangrijke factor om de hoek kijken. Zorg ervoor dat de speler de bal krijgt. En daar gaat zoveel fout bij ons. Maar dat is weer een heel ander verhaal en als ik dat allemaal moet typen dan ben ik nog weken bezig. Maar zoals eerder beschreven is het van belang dat je om je heen kijkt. Kijk waar iedereen staat en weet wanneer je wel of niet vrij staat. Daar valt of staat alles mee.
Heb ik verder nog wat te zeuren? Dat ik hoop dat we zaterdag weer eens een keertje kunnen gaan winnen. Als ik me niet vergis dan moeten we tegen ESV en die moeten we zeker kunnen hebben. Geef mij de bal en ik doe er wat leuks mee. Nee maar om nog heel ff serieus te zijn, ik pleit ervoor dat iedereen zaterdag netjes op tijd naar bed gaat zodat iedereen zondag fris aan de aftrap verschijnt. Een keertje in het jaar moet dat toch wel kunnen? Mooi, dat is dan afgesproken. Tot zondag en als jullie allemaal de eerste 3 definities van dit stukje uit jullie hoofd leren dan komt het zeker goed.
Michiel
Letters. Woorden. Zinnen. Alinea's. Verhalen. Schrijven is echt mijn ding. Ik vertel in mijn verhalen wat ik dagelijks meemaak of wat er in mijn hoofd speelt. Soms leuk, soms ontroerend, altijd persoonlijk. Ik neem je graag mee in mijn leven...